dinsdag 1 april 2014

IK LEEF NOG!

Liefste lezers
en in het bijzonder:
* Sara Van Yperzele – die mij door alles heen helpt en met wie ik over een maand al (!) herenigd word (+ omdat ik bezig ben om onze weddenschap toch nog af te ronden door HP online te lezen…);
* Elise De Loof – die ik een beetje jaloers wil maken, maar toch nog eens extra wil bedanken omdat ze zelfs van zo veraf en naast al het werk mijn avonturen en vooral blessures aan mijn knie wil opvolgen;
* Ellen Meurez – omdat ik als goede vriendin nu eigenlijk in België zou moeten zijn, maar ik er zo goed als mogelijk probeer te zijn (en ik hoop dat mijn verhaaltjes alles iets verlichten);
 * mijn lectoren, waarvan ik weet dat er een aantal al lang en vol spanning op een update zitten te wachten…;
en natuurlijk vooral mijn mama, papa (en oma) en entourage. Want hoewel ik ze elke week wel een keertje via mail of skype hoor, ik best wel besef hoeveel geluk ik heb dat ik, mede door hen, deze fantastische ervaring kan beleven. NOGMAALS BEDANKT!+ omdat ik weet hoe fantastisch ze mijn blog vinden (hihihi)

Oké. Zijn jullie klaar voor een maandverslag Suriname?
Here we go!
Ik weet het ... ik ben mijn belofte allesbehalve nagekomen. In plaats van een week na mijn vorige blog te posten, is het een maand later geworden. SORRY!
Maar bij deze: still alive and kicking en vooral aan het genieten van alle overweldigende indrukken!

Ik zal (om alles goed te maken) dan maar starten waar ik vorige keer gestopt was: 3 maart. De hele schoolweek liep behoorlijk vlot. Op school word ik echt als lerares gezien en mijn werk wordt ook gewaardeerd (wat altijd fijn is). Ondertussen was ik voor Frans ook aan het project rond Parijs begonnen. Het is de bedoeling dat de 3de jaars tegen 28 maart (dus vorige vrijdag) een monument uit la ville lumière voorstellen (ik kan jullie nu al vertellen dat ik enorm trots ben op mijn leerlingen!). Dinsdag ging ik mee naar Stefanie thuis om het hele project uit te werken, zodat ik het woensdag kon presenteren. Met mijn afschuwelijke maquette van Place de la Bastille, wist ik de leerlingen (gelukkig!) toch te boeien. Nu hopen dat hun knutselwerk beter is dan het mijne (ik zou zeggen, neem een kijkje bij de foto's en oordeel vooral zelf)...

Zoals ik al eerder aangaf, gebeuren op het aaHa behoorlijk veel zaken. Zo mochten Anaïs en ik op 8 maart mee op trip. De laatstejaars gingen voor hun SO biologie op uitstap naar Zanderij I en het savannebos om daar allerlei proefjes te doen en wij mochten surveilleren. Altijd fijn! Helaas moesten we (op een zaterdag!) heel erg vroeg op, want de bus vertrok al om 7.30 uur (en zoals je je misschien nog herinnert - hoewel het echt al lang geleden is, hoor ik je denken - is het bijna een uur fietsen, al lijkt het precies elke keer sneller te gaan, maar dat zal maar een illusie zijn...).
Nu we een keertje niet verplicht waren om "deftig" gekleed te zijn voor school (anders dragen we altijd een lange broek/rok tot onder de knie en een T-shirt/hemdje), hadden we ons uitgedost met een short, sandalen en een topje. Helaas pindakaas ... duidelijk de verkeerde keuze toen we op school aankwamen... Iedereen had zijn bergschoenen aan en zag er echt uit alsof ze de jungle gingen verkennen. En daar stonden we dan, de twee Bakra's (blanken) in hun gewone kleren. De directrice en tevens ook lerares biologie, moest stiekem een beetje lachen, maar ach, dat maakt het achteraf net zoveel leuker om aan jullie te vertellen! Samen met de leraren in een busje (en daarachter een busje vol leerlingen), vertrokken we
richting het savannebos. Helaas kon de bus het laatste stukje niet meer door de dichte begroeiing en moesten we dat dus te voet doen. Drie maal raden wie daarbij met haar sandaal (ALS ENIGE) in een plas modder terechtkwam? Inderdaad... Vuil en bezweet aangekomen op de plaats van bestemming, was het de bedoeling dat de leerlingen in groepjes van 4 een stukje terrein afbakenden en daarin zoveel mogelijk planten en dieren verzamelden. Daarenboven moesten ze ook een bodemonderzoek
doen. Anaïs en ik liepen maar een beetje over en weer om te kijken of de leerlingen de opdrachten goed uitvoerden, toen een leraar plots met een tarantula voor mijn neus stond. 

Ik schrok me echt een ongeluk! Vanaf dat moment beslisten we wijselijk om maar een beetje op dezelfde plaats te blijven dralen (waar volgens ons het minst vuile beestjes zaten) en dat groepje te surveilleren.

Hoewel het hier in Suriname af en toe eens goed kan regenen, hadden we die dag "geen geluk": de zon bleef maar op onze hoofden, schouders en zakken schijnen en dat hebben we geweten... Volledig uitgedroogd was onze anderhalve liter al snel op en ook onze broodjes (of omschrijf ik het beter als platte smurrie met iets wat ooit tomaat en komkommer moet geweest zijn?) waren niet meer te eten. Gelukkig maakte die vriendelijkheid van de leraren en de leerlingen en deze unieke ervaring alles goed. Goh, wat hou ik toch zo van deze aspecten van dit land! 

Zondag sliepen we eens lang uit, terwijl de anderen naar Whitebeach gingen. Wij hadden echter nog wel wat schoolwerk in te halen, dus kropen we voor de rest van de dag in onze boeken (met uitzondering van een tripje naar de Tulip om onszelf te verwennen met vers Frans stokbrood... Njammie!)
De week erop verliep behoorlijk normaal (of toch wat je normaal kan noemen in Suriname...). Op dinsdag raakte ik het sleuteltje van mijn fietsslot kwijt doordat ik door al die diepe putten moet rijden - nog een reden dus om hier eindelijk de banen te vernieuwen - en op donderdag scheurde mijn broek toen ik aan het fietsen was. Ja, echt typisch iets wat ik moet meemaken... En neen hoor, niet toen ik terugkwam van het lesgeven, maar net toen ik nog een hele dag voor de klas moest staan ... behoorlijk gênant dus!
Verder niet echt nieuwe dingen te melden, behalve dat ik eindelijk de Centrale Markt heb ontdekt. Fantastisch!
Een grote loods waar je echt alles kan kopen, van groenten, tot vlees (dat voor je ogen nog in stukken wordt gekapt), tot handdoeken... Echt zalig!
Daarnaast ben ik ook eindelijk naar de muziekschool geweest (ja, eindelijk!). Niet voor cello, waarvoor ik mij eerst had ingeschreven, maar voor contrabas. Ik dacht maar: is er geen cello, dan gaan we toch maar ineens voor het grootste hé… Daad bij woord gevoegd en 10 maart stond ik, als klein meisje, ineens met zo’n grote contrabas naast mij. Het instrument is op zich al groter dan ik, maar ik vind het fantastisch! Het heeft zo’n mooie, volle klank (niet dat ik er in het begin iets uitkreeg). Robby, mijn leraar, is een muzikant in hart en nieren. Hij is misschien niet de virtuoos bij uitstek, maar speelt met zo’n gevoel dat je alleen nog maar geniet als je hem bezig ziet en hoort. Naast een fantastische muzikant is hij ook een fantastisch mens: ik hoef niet eens te betalen om bij hem op lessen te komen en hij zal proberen om elke week een uurtje privéles voor mij uit te trekken. Sommige Surinamers zijn echt gewoon te goed!
De eerste les bestond vooral uit het aanslaan van de snaren. Na een halfuur lukte het al behoorlijk goed met mijn rechterhand (dus gewoon de E – A – D – G). Dat was ook nog iets: ineens leren spelen met akkoorden en lettertjes, als klassiek geschoolde fluitiste is dat een heel ver van mijn bed show, maar na een uurtje begon ik het wel door te krijgen. Mijn linkerhand, dat was een ander paar mouwen (ik ging een stom mopje maken over het feit dat iedereen hier alleen maar T-shirts of topjes draagt, maar eigenlijk is het helemaal niet grappig, dus bespaar ik het jullie maar). De G-snaar lukt nog wel (dat is dan ook de dunste), maar hoe meer je naar binnen speelt, hoe lastiger het wordt. Mijn arme wijsvingertje kon het helaas niet meer aan en na een halfuurtje was hij volledig verdoofd. Dat worden blaren!

Terwijl we vorige week nog met het aaHa op trip waren door de savanne, werden we zaterdag 15 maart op school verwacht om te helpen bij de Info for Life-beurs, maar eerst nog een lesje contrabas. Ik leerde al een volledige toonladder spelen (met nog niet al te zuivere klanken op de E-snaar, maar dat komt wel). Samen met Robby hebben we ook wat gejamd: ik speelde een aantal akkoorden die ik ondertussen al kan en hij nam zijn klassieke gitaar en jamde er maar wat op los. Zalig, zo muziek maken. Sinds lange tijd heb ik weer zo genoten… Ik had echt nooit gedacht dat ik muziek zo zou missen… ’s Middags, op die Info for Live-beurs kwamen dus een heleboel bedrijven en scholen hun standje op school opzetten om leerlingen te informeren over verdere job- en studeermogelijkheden. 


Anaïs en ik stonden in voor het onthaal. Het werd een fijne dag, met lekker eten (Sweet - de leraar LO - zijn wraps zijn echt legendarisch!), drinken, muziek en tof gezelschap. Ik kan maar niet herhalen hoe fantastisch het is. Belgische scholen zouden een heleboel kunnen leren van deze ongedwongen sfeer op school (stel je maar eens voor hoeveel leerlingen er op een zaterdag vrijwillig naar school zouden willen komen? - Hier mist niet een leerling zo'n dag!).
's Avonds laat gingen we nog eventjes bij Tim langs om de Surinaamse Idols te bekijken die er werden gehouden.
Helaas kon de pret niet al te lang blijven duren, want zondag moest er weer hard gewerkt worden voor school, vermits we maandag 17 maart zwaar moesten vieren voor het Holi Phagwa-feest.




Het Holi-Phagwa feest is een Hindoestaans feest dat over heel veel plaatsen in de wereld gevierd wordt, zo ook in Suriname. Hoewel het voor velen ondertussen gelijkstaat aan "elkaar met kleurtjes bestrooien" en "een feestje bouwen", hangt er hele mooie boodschap en verhaal aan vast.
Tijdens Holi Phagwa leiden de Hindoestanen het nieuwe jaar, de lente in en wordt de overwinning van het goede op het kwade gevierd. Het gooien met kleurtjes symboliseert dan ook de gelijkheid van ieder mens: iedereen is gelijk; er wordt geen onderscheid gemaakt tussen rangen en standen, armoede en rijkdom. Het motto van het Holifeest is dan ook: "Word steeds een nieuw mens!"

Voor de geïnteresseerden onder ons: het verhaal achter Holi Phagwa gaat als volgt. Lang geleden regeerde in India de machtige demonenkoning Hirayakashap die heel erg slecht was voor zijn volk. De mensen waren bang voor hem en aanbaden hem als een god. Zijn zoon Prahalad weigerde zijn vader te aanbidden, omdat hij van mening was dat niet zijn vader, maar Vishnu - de beschermgod van het heelal, die waakt over het welzijn van de mensen - zijn god was. De koning probeerde vanaf dat moment zijn zoon te doden. In het paleis woonde ook een zus van de koning: Holika. Van haar werd verteld dat ze een heks was en veel toverkunsten kende. Holika had gehoord van de ongehoorzaamheid van Prahalad en ze bedacht een boos plan. Hiermee ging ze naar de koning: “Ik zal naar uw zoon gaan en hem vertellen dat ik ook stiekem Vishnu vereer. En ik zal hem voorstellen om samen een offer aan Vishnu te brengen door met z’n tweeën op een brandstapel te klimmen, maar zelf trek ik een onbrandbaar kleed aan, zodat alleen Prahalad zal verbranden”. Op de avond van de verbranding waren veel mensen naar het plein voor het paleis gekomen. Maar toen Holika en Prahalad op de brandstapel stonden en de brandstapel aangestoken werd, bleek dat de heks Holika in de vlammen omkwam en Prahalad stralend om zich heen keek. Vishnu verscheen in de gedaante van een half leeuw/half mens en verscheurde de koning. De mensen op het plein waren blij, dansten en zongen omdat Holika verbrand was en Prahalad nog leefde.

Na zo'n tragisch verhaal, een uitgebreid verslag van onze
veel leukere dag. Zaterdag en zondag hadden we ons al goed voorbereid: ons huiswerk was gemaakt, onze vuile kleren lagen klaar en we hadden (dachten we!) meer dan genoeg poeder in voorraad. Zondag, tegen 14 uur vertrokken we te voet richting de Palmentuin en het Onafhankelijkheidsplein. Nog voor we goed en wel waren aangekomen, was een van onze busjes poeder al volledig op en hadden we allemaal een mooi kleurtje. Op het Onafhankelijkheidsplein zou het feestje pas deze avond beginnen, dus gingen we eerst een kijkje brengen in de Palmentuin. Onder de caribbean beats van een plaatselijk bandje en nog heel wat meer kleurenpoeder, betraden we dit paradijs vol kleuren, gelijkheid en blijdschap. Ik heb nog nooit zoiets moois meegemaakt, denk ik. Na minder dan een uur zag ik eruit alsof ik in 10 verschillende potten verf was gevallen en toen kleine (maar ook heel wat grotere en oudere) kindjes ook nog eens met waterpistolen en poeder gemengd met water op mij afkwamen, was de fun compleet: nat en kleurrijk, maar vooral nat en eigenlijk ook kleurrijk, kochten we ons een lekkere barra en nog wat flesjes poeder (die waren in ons gevecht namelijk al flink geslonken), zodat we er opnieuw tegenaan konden op het
Onafhankelijkheidsplein. Daar was namelijk het heuse phagwafestival opgesteld, met als hoogtepunt DJ CHUCKIE.
Na wat we al een mooi feestje konden noemen (met nog steeds rondgooiend poeder, maar enorm slecht bier), begon mijn knie tegen 21 uur helaas een beetje tegen te sputteren (ja, dat heb je zo soms met knieën die eigenlijk nog een paar maanden horen te revalideren). Heel wijs besloot ik dan maar vroeger naar huis te gaan. En gelukkig was mijn knight in shining armour, Alexander, er om mij te vergezellen.
Thuis gekomen stond een douche op nummer 1 van mijn
prioriteitenlijst. Helaas moest ik er 3 douches van maken en dan nog zag ik roze achter mijn oren en waren mijn rug en buik zo paars en blauw dat het leek alsof ik letterlijk bont en blauw was geslagen. Mijn wit topje valt al helemaal niet te redden en hetzelfde geldt waarschijnlijk voor mijn bikini, maar dat was het meer dan waard!


De schoolweek van 18 - 23 maart verliep weer behoorlijk vlot, hoewel we voelen dat het einde van onze stage nadert (binnenkort hebben de leerlingen repetitieweek – iets wat je bij ons kan vergelijken met de examens voor Pasen – en daarna is het drie weken paasvakantie). Voor mijn scriptie woonde ik 22 maart een les grammatica mee op het Instituut voor de Opleiding van Leraren en bezocht ik ook de Universiteitsbieb op zoek naar materiaal.
Daarnaast was het ook volop werken aan mijn proef- en examenles voor de volgende week (en waarvan mijn volledige stage eigenlijk afhing). Daarbij kwam nog eens dat ik eindelijk/eigenlijk heb gemerkt dat ik mijn knie gedurende de laatste twee maanden eigenlijk behoorlijk heb overbelast. De chirurg had fietsen aangeraden, maar dat was dan waarschijnlijk zonder alle putten, gevaarlijk verkeer, remmen op je knie, tegenwind en 16 km per dag gerekend.
Elke dag heb ik meer en meer pijn in mijn knie en hij ziet er ook niet zo fantastisch uit: de wonde is echt lelijk en mijn knie zit dik. Maar toch probeerde ik nog alles te doen wat ik anders deed.

Tot het weekend van 22 – 23 mei. Hoewel we een zalig tripje naar een van de mooiste deeltjes in Suriname hadden gepland (Nickerie en Bigipan), heb ik tot mijn grote spijt moeten afzeggen. Ik kon amper op mijn knie staan, dus besefte maar al te goed dat ik nu moest rusten … en dat heb ik dan (met veel pijn in het hart en de knie ook gedaan). Terwijl de anderen dus aan het genieten waren van een prachtig stukje natuur, heb ik dan maar op mijn eigen manier genoten… Ik ben naar de Tulip gereden en heb mezelf verwend met overheerlijke vis (met mosterdsaus en dille!), stokbrood en geitenkaas. De volgende dag reed ik voor het eerst naar de plaatselijke Chinese markt, waar ik mezelf liet verwennen door voor SRD 20 (lees: €5) 5 aubergines, 5 mango’s, kousenband, komkommer, tomaatjes en bananen te kopen. De hele namiddag door
kokkerellen om dan ’s avonds een heerlijke maaltijd op mijn bord tevoorschijn te toveren. Voor het eerst sinds lange tijd heb ik weer zo genoten van het eten hier in Suriname!
(ondertussen heb ik besloten het marktje veel vaker te bezoeken – toch zeker voor de tijd die mij nog rest – en zo optimaal te genieten…)
Daarnaast heb ik heel wat minder genoten toen ik te horen kreeg dat ik gedurende 10 dagen 3x ibuprofen moet slikken om een ontsteking op mijn knie te vermijden, maar docter’s orders kan je maar beter opvolgen…

Ook de volgende dag, was minder genieten… Het was namelijk tijd voor mijn proefles en hoewel ik alles ontzettend goed had gepland (ik had een goede, toffe les, vol didactische principes, een mooie leerinhoud en leuke werkvormen), verliep het helemaal niet zoals ik had gehoopt. Ik wist al dat ik een moeilijke klas had, maar ik had gehoopt dat ze zich toch een beetje zouden gedragen… De jongens die meestal heel lastig doen, werkten wonder boven wonder heel goed mee, maar het waren de meisjes waarmee geen huis mee te houden viel. Ze keken constant naar buiten en wat ik ook zei of deed, niks kon het veranderen. Ik was zwaar teleurgesteld.
Na mijn les kwam mijn begeleidster bij me en feliciteerde ze me omdat ik het twee uren met die klas had volgehouden. “Menig leraar zou al na 1 uurtje al wenend de klas zijn uitgelopen, maar hoe jij deze kinderen benadert, ze telkens een nieuwe kans geeft en dat op zo’n rustige manier, dat heb ik nog maar heel weinig gezien – chapeau!”, was haar commentaar. Ook mijn les op zich vond ze goed (ze ging hem doorgeven aan collega’s), maar zelf was ik niet tevreden… Het kon zo’n leuke les geworden zijn.
(Toch een hoogtepuntje voor mijn reflectie (de pedagogen zullen blij zijn): ik heb eindelijk (na 3 jaar!) de oorzaak van mijn probleem i.v.m. timemanagement gevonden. Het was mijn begeleidster die het aangaf: ik reken mijn fases behoorlijk krap en dat zou in principe voldoende moeten zijn, als ik niet bij de leerlingen zou langsgaan en elke leerling afzonderlijk zou benaderen. Zij vond het alvast fantastisch dat ik dit deed, nu enkel nog de gulden middenweg zoeken, zodat ik dit kan blijven doen, terwijl ik toch niet zoveel extra tijd verlies…)
Gelukkig had ik woensdag nog een kans, tijdens mijn echte examenles. Daarbij had ik een inleidende les poëzie voorbereid voor de “braafste” klas van de school en … het verliep perfect. Mijn timing was perfect, de leerlingen waren enthousiast en werkten goed mee, het was geweldig!
Na deze inleiding mochten ze een stiftgedicht maken en ik moet eerlijk zijn, er kwamen heel erg mooie zaken uit. Mijn begeleidster was alvast heel tevreden – en ik ook!
Ondertussen heeft de hele school over mijn fantastische examenles gehoord en wil elke leraar Nederlands dat ik deze les bij hem/haar kom geven. Mijn andere mentor (bij wie ik maar enkele uurtjes geef), begon bijna te wenen van geluk toen ik haar vertelde hoe goed het was gegaan en de directrice gaf me bijna een knuffel. Zo fantastisch hoe de mensen hier met je begaan zijn. Het is alsof ik een beetje familie geworden ben…

Na zo’n woensdag kon ook mijn donderdag niet meer stuk, zeker niet toen Stefanie en ik aan ons schildersplannen voor Parijs begonnen. De leerlingen hadden zichzelf echt overtroffen met hun maquette (behalve de Sacré-Coeur die roze was uitgeslaan…).
Na een aantal uurtjes schilderen en lachen, stond Parijs dan eindelijk overeind en ik moet eerlijk zijn: ik had kippenvel toen ik het zag. Zo mooi was het. Ik kan niet beschrijven hoe trots ik ben op mijn leerlingen. Ze hebben zo hun best gedaan!
Hoewel die dag al niet meer stuk kon, werd het er alleen maar beter op!
’s Namiddags ging ik nog allerlei inkopen doen voor ons project (ik had de leerlingen namelijk een traktatie beloofd en dat hadden ze meer dan ooit verdiend). In het thema la douce France kocht ik lekker druifjes, die ik dan samen met kaasblokjes op een stokje zou steken en lekker, versgebakken stokbrood waar ik een stukje camembert zou opsmeren en voor iedereen wat heerlijk, zoet appelsap om al deze smaken door te spoelen. Mmmmmm… Dat zou smullen worden.

Vermits ik vorige week met mijn knie niet naar de muziekschool was geweest, werd het dringend tijd dat ik nog eens langsging. Ik had Marto (de leraar gitaar die ik heb leren kennen) namelijk beloofd om hem Frans te leren en nu mijn vinger eindelijk weer normaal aanvoelde en helemaal verveld is, zou contrabas ook weer lukken. Helaas had Robby geen tijd, dus zou de les pas voor volgende week zou. Ook Marto had het heel erg druk, maar volgende week zou hij me meenemen naar een typisch Surinaams restaurantje, waar ik hem dan Frans kan leren. Zalig hoe gastvrij de mensen hier zijn. Nog een voorbeeld bleek toen ik de lerares fluit tegenkwam in de gangen. Ik stelde mezelf voor als een Belgische stagiaire die al 13 jaar fluit speelt, maar zo dom was om haar fluit thuis te laten en nu eigenlijk enorme heimwee heeft. Wonder boven wonder reageerde ze enorm positief: ze ging kijken of er niet nog een reservefluit in de muziekschool was en of ik die kon lenen. En jawel… Daarbij kreeg ik ook ineens een plaatsje in het orkest aangeboden. Echt zalig! Woensdag mag ik voor de eerste keer gaan. Mijn dag kon echt niet meer stuk.

Ook vrijdag bleef ik in deze gelukzalige roes. Hoewel het
allemaal een beetje rush rush moest gebeuren (en ik ontzettend moe was van deze zware week), liep ik in opperbest humeur: vandaag was de voorstelling van Parijs! Nadat ik de hapjes had gemaakt (waarbij verschillende leraren al hadden meegesmuld van de kaas, de druifjes en de camembert – trouwens totaal onbekend hier in Suriname) en het lokaal had klaargezet, kon onze tour guidé dan eindelijk beginnen.
Met notre homme baguette passeerden we alle belangrijke monumenten van Parijs: van Versailles naar de Sacré-Coeur, naar de Notre-Dame, naar le Pont Neuf, naar het Louvre, naar de Champs-Elysées, naar l’Arc de Triomph om te eindigen op de Eifeltoren.


  

    



Hoewel ik niet van iedere leerling heb begrepen wat ze precies te vertellen 
hadden (hun Frans is soms echt onbegrijpelijk – nog erger dan sommige Hollanders), merkte ik dat ze zo hun best hebben gedaan, dat ik niet anders dan trots kon zijn (ik geef het toe: stiekem had ik zelfs een beetje tranen in mijn ogen – het is gewoon zo fijn dat jij met je klas zoiets kan realiseren!).
Op de tonen van Stromae en Joe Dassin genoten de leerlingen van de heerlijke hapjes (die trouwens al na 5 minuten volledig verorberd waren).

’s Middags gingen Stefanie en ik samen iets eten om deze overwinning te vieren. Daarna nam ik voor de eerste keer

de bus hier in Suriname – een hels avontuur. De busjes zou je eigenlijk meer in Bollywood dan in Suriname verwachten, maar het was wel eens zalig (al weet ik niet of het voor herhaling vatbaar is – de taxi is toch iets comfortabeler).
’s Avonds was er een personeelsfeestje gepland, maar ik was helaas ’s middags in slaap gevallen (ja, ik was echt kapot!), waardoor ik er helaas niet meer ben geraakt.
Zaterdag was voor mij een officiële rustdag. Ik denk dat ik meer in mijn bed heb gelegen dan iets anders: zo moe was ik. Het was wel eens goed voor mijn knie (zo goed dat ik zelfs geen pijnstillers meer nodig had) – tot ik (weer) zo lomp was om mijn acrobatietoeren in de douche te proberen en recht in sprietzit op mijn knie ben terechtgekomen. Mocht het niet zoveel pijn gedaan hebben, zou het waarschijnlijk hilarisch geweest zijn, maar helaas, nu zit ik hier met een dikke (maar echt dikke!), blauwe en pijnlijke knie. Joepie!

Het weerhield me echter niet om zondag weer naar de Javaanse/Chinese markt (lees: zondagmarkt) te gaan. Nog wat aubergines (ik ben van plan deze week moussaka te maken) en heel veel fruit (zoals watermeloen) en we kunnen er weer tegenaan.
Maandag (gisteren) moest ik co-examineren voor de SO’s Nederlands op het aaHa (zie het als een soort eindexamen aan het einde van het 6de jaar dat de leerlingen moeten afleggen om hun diploma te kunnen krijgen). Na een hele voormiddag tussen de begin- en eindrijm, stijlfiguren en boeken gezeten te hebben, heb ik deze namiddag dan nog wat verder gewerkt aan mijn enquête en deze blog, zodat ik beide morgen (dinsdag) eindelijk online kan zetten en zodat ik volgende zondag (na mijn tripje Bigipan en Nickerie – ja, ik haal het in, want ik wil het echt niet missen!) een nieuwe blog vol mooie foto’s kan posten.

DEZE KEER BELOOFD!

Heel veel liefs



xx Sibylle

zaterdag 8 maart 2014

The Hungergames ... for real!

Hey daar aan de andere kant van de wereld!
Neen, ik ben nog niet opgegeten door een kaaiman of door een of ander beest.

Sorry voor het lange wachten (ja, ik weet het, bijna 3 weken!), maar er valt hier zoveel te doen dat ik niet elke avond kan schrijven - tenzij voor mijn lesvoorbereidingen...)
Om toch geen blog van 20 pagina's te hebben (deze is al 11 pagina's lang in een Word-bestand), lezen jullie hier al mijn avonturen van 2 weken ver. Vorige week en het weekend dat komt, alsook de foto's bij deze blog, komen zondag online.


Ik hoor overal dat jullie ook zo'n goed weer hebben, maar België kan toch niet tippen aan de warme zon en de tropische regenbuien hier. Ondertussen hoopt iedereen dat het regenseizoen snel ophoudt (wat al een maand geleden moest gebeurd zijn), want elke dag 3 keer natgeregend worden is geen pretje - dat kan ik jullie wel vertellen.


Hoe dan ook, na ons kaaimannen avontuur begon het andere, waarvoor wie hier echt gekomen zijn: lesgeven. Maandag had ik al 5 uren aan mijn been (2 uren Frans en 3 uren Nederlands) om dan zo door te gaan met dinsdag 4 uren Frans, woensdag 3 uren Frans (maar door omstandigheden had ik een vrije dag - joepie!) en donderdag 7 uren Nederlands. Ik moet eerlijk zeggen dat het best wel goed verloopt. Uiteraard is het een grote aanpassing, je hebt bijna niks van materiaal en soms zelfs geen leerboek (of enkel de vragen zonder antwoorden, waardoor het heel moeilijk wordt om te begrijpen wat de auteurs precies van je willen...), maar zoals ik al zei, verloopt alles hier behoorlijk vlot. Het is een beetje water bij de wijn doen: je proberen aan de zovele didactische principes te houden die we in België geleerd hebben, terwijl ze hier blijkbaar dol zijn op doceren (en de leerlingen ook niks anders kennen). Ik geef dus toe soms helemaal niet tevreden te zijn over mijn lessen. Behalve een toffe intro en wat tekstjes gebruik ik voornamelijk het onderwijs-leergesprek, maar dan nog is het moeilijk om sommige leerlingen bij het denkproces te betrekken. Het is precies of ze liever hebben dat hun alles wordt voorgekauwd zodat ze het daarna gewoon kunnen papegaaien. Een analytische geest is hier maar weinig aan de orde. Liever reproduceren de leerlingen hier. Mijn missie voor de overige maand lesgeven: de leerlingen toch een beetje inzicht bijbrengen...


Voor het overige word ik zowel in het Atheneum als in de Schutzschool goed aanvaard als leraar en collega. De leraren zijn allemaal heel vriendelijk en ook de leerlingen beginnen mij te aanvaarden als juf Sibylle. In vergelijking met de Schutzschool is het Atheneum echt een verwesterde school, zelfs een beetje vergelijkbaar met een school in België, behalve dan aan de andere kant van de wereld. Het is best wel fijn om dan de vergelijking met de Schutzschool te zien die eigenlijk een van de laagste niveaus van het Surinaamse onderwijs vertegenwoordigt. Na lessen over verbes en -IR, l'heure, la négation, de vertelperspectieven, de verwijswoorden, synoniemen,... kon het weekend beginnen.


En wat voor een. We hadden een weekend Berg en Dal/Stuwmeer/Brownsberg gepland. Brownsberg is een van de vele natuurreservaten die Suriname te bieden heeft, dus moesten we het zeker gezien hebben. Dit was bij deze ook onze eerste kennismaking met de jungle. Spannend...
Zaterdag 22 maart werden we om 7.30 uur bij ons thuis opgehaald (wat een luxe!) door een busje dat je eigenlijk meer in Bollywood dan in Suriname zou verwachten ('t jah, Suriname is nu eenmaal een mengelmoes van verschillende culturen door elkaar, maar dat maakt het net zo fijn!).

Na de rest van ons reisgezelschap te hebben opgehaald aan Het Vat, vertrokken we richting Berg en Dal, voor het eerste avontuur: de kabelbaan.
Eerst stopten we echter aan een bar langs de weg om een lekker ontbijt met kaas en ongeboren kip (lees: ei) te eten.
Nadat iedereen zich had volgestouwd met al dat lekkers, konden we onze reis met wind in de haren vervolgen (de raampjes van de bus stonden open). Aangekomen in Berg en Dal, werden we in 2 groepen verdeeld om met de kabelbaan een heel parcours af te dalen.

Terwijl Joke meeging met de eerste groep, maakten Alex, Kaat, Anaïs en ik een wandeling op het domein met onze toffe gids Venski. Hij nam ons mee op zoek naar mooie planten, lekkere vruchten, vuile beesten en ... een tarantula (gelukkig hebben we die niet te zien gekregen!). Wel zagen we een cacaoplant, vreemde bomen, termieten- en wespennesten, vleermuizen, allerlei peulvruchten en een vogel die alle soorten klanken kan nadoen, van een liedje, t.e.m. het gekrijs van een baby... Ik waande mij net in de Hongerspelen (zie spotgaaien)...

Na onze wandeling kwam de eerste groep vuil, maar heel enthousiast terug. Dan was het onze beurt: iedereen een harnasje en helm aan en op de foto om daarna een testritje te maken op een kleine kabelbaan. Uit voorzorg had ik mijn brace aangetrokken (je weet nooit hoe je aan een snelheid van 60 km/uur op een platform terecht komt), maar ik had eigenlijk zodanig veel schrik om toch maar verkeerd terecht te komen dat het ons allemaal een beter idee leek om niet mee te gaan. Toen het op de kop toe ook nog eens hard begon te regenen, was er geen keuze meer: mijn helm en harnasje gingen weer uit en ik bleef achter terwijl de anderen zich als apen in de bomen slingerden en een wild ritje over de Surinamerivier maakten. Terug op vaste grond, vertrokken we met de bus, door de regen, richting het stuwmeer dat heel Paramaribo van stroom voorziet. In het meer zelf zie je nog tal van boomstammen boven het water uitsteken, dit omdat ze nooit gekapt hebben toen ze het gebied onder water zetten. Wel hebben ze er alle diersoorten naar de Brownsberg verplaatst, zodat die daar nu in een beschermd gebied een rustig leventje kunnen leiden. 

En net dat stukje beschermd gebied vol tropische dieren en natuur werd onze volgende en tevens ook laatste stop. De rit ernaartoe leek wel uit het clipje Met de jeep door het oerwoud van Samson & Gert genomen te zijn - lianen, bubbels, putten,... - zalig! We kregen er direct cake, frisdrank (hier: soft) en lekkere Surinaamse bananen (waar zelfs Chiquita niet aan kan tippen) voorgeschoteld - heerlijk! Terwijl Jennifer, onze kokkin het vuur opstookte voor een heerlijk diner, hingen wij (met hulp van de gidsen) onze hangmatten op in ons tentenkamp/barak/ik weet niet zo goed hoe ik het moet verwoorden: 4 staande balken met daarop wat golfplaten en balken om hangmatten aan op te hangen en langs 3 kanten een beetje hout en gaas om toch voor wat afbakening te zorgen. 


Na veel gezwoeg en getrek waren onze hangmatten inclusief klamboe dan eindelijk heel erg hoog (zodat ik in mijn geval bijna moest springen) opgehangen. Ik vertrouwde het nog steeds niet volledig om erin te gaan liggen, maar ik kan jullie nu al verklappen dat ik er gedurende het hele weekend niet ben uitgevallen (oef!). Dan was het tijd voor een korte wandeling doorheen de mooie natuur van het tropische regenwoud (dat trouwens deel uitmaakt van het Amazonewoud) dat Brownsberg te bieden heeft. Met een zalig uitzicht over het Brokopondomeer en op zoek naar tarantula's viel de avond over Brownsberg en bleven wij Venski maar volgen door de jungle. Eens het donker wordt, zie en voel je een heel andere natuur zich ontwaken: gekko's, brulapen, spinnen, slangen,... Terug op weg naar het kamp kwamen wij vooral verschillende soorten gifkikkers en padden in verschillende soorten maten en gewichten (je kan het zo gek niet bedenken!) tegen.


Ondertussen in het kamp had Jennifer voor overheerlijke saotosoep gezorgd. Dat is een javaanse bouillonsoep met limoengras, waar je zelf kipfilet, ei, rijst en een soort heel fijn gesneden en gebakken aardappelsticks kan bijvoegen - overheerlijk! Als dessert kregen we nog bakabana's (gebakken banaan) met thee of koffie en een groot assortiment aan koekjes en snoepjes, terwijl Venski ons een uitgebreid aanbod aan (zelfverzonnen) Surinaamse en Nederlandse liedjes leerde. 's Avonds trok hij met de mensen die wilden nog op avondwandeling (waar Joke letterlijk een slang een pad zag doodbijten en opeten). De rest van ons chillde nog een beetje in het kamp en ging uiteindelijk (na uitgebreid onze hangmat te hebben gecontroleerd op vuile beesten) met een niet zo'n gerust hart slapen om om 2 uur wakker te worden gemaakt door een deel van ons gezelschap dat (ik citeer Barrie): ni kun zuppn! Best vervelend en vooral onrespectvol tegenover de anderen (zeker als ze aan elkaars hangmatten beginnen te sjorren om die toch maar naar beneden te krijgen) en vooral tegenover de natuur, maar ah, alcohol...


De volgende dag werd ik met een overheerlijke pannenkoekengeur gewekt. Jennifer had zichzelf overtroffen met pannenkoeken, ei, boterhammen, choco, confituur, suiker, komkommer, tomaat,... Echt een topontbijt om er die dag weer ten volle tegenaan te kunnen gaan! Die dag zouden we namelijk een mooie wandeling naar de Leo- en Irenevallen maken, maar eerst moest ons hangmattenkamp worden opgeruimd. Overal zag je mensen sukkelen met touwen, klamboes, hangmatten,... Maar tegen 9.30 uur waren we dan toch klaar om het regenwoud af te dalen. Wat een wandeling was me dat: over boomstammen, onder takken, over riviertjes, zot naar boven, maar nog meer naar beneden, terwijl zich overal wortels van bomen hebben genesteld en je heel goed moet uitkijken waar je loopt. Venski had mij al gewaarschuwd dat ik met mijn knie maar 1 van de 2 vallen zou kunnen zien (de Ireneval zou ik nooit halen), maar zelfs de Leoval bestond uit zo'n afdaling dat ik echt het beste uit mezelf heb moeten halen - al ben ik achteraf enorm trots dat ik het toch gedaan heb. Het was zo prachtig - de natuur op z'n best: ongerept en vredig. Ik zou er uren kunnen naar staan kijken hebben. Een waterval, omgeven door groen, met stralend blauwe vlinders. Een mens wordt er spontaan gelukkig door! Waarom zijn wij zo dom om al onze dierbare natuur zo kapot te maken, vraag je jezelf op dat moment af. Alle mensen zouden hiernaartoe moeten reizen om dit te zien en te beseffen hoe slecht we bezig zijn...
Helaas heb ik geen foto's kunnen nemen, vermits mijn fototoestel mee was met de anderen, maar dit is sowieso een van de momenten dat in mijn geheugen gegrift staat als persoonlijke overwinning en mooi gezien landschap.


Op de terugtocht met Rudie (die speciaal met mij was meegaan), vertelde hij me heel veel over de Surinaamse cultuur en natuur. Zo had ik een beetje een persoonlijke gids. Opnieuw in ons basiskamp aangekomen, nam hij me nog mee naar mooie uitkijkpunten op de Brownsberg. Zo'n beelden zie je enkel op National Geographic - maar stel je het dan nog eens 1000x mooier voor - echt zo onbeschrijfelijk dat ik er stil van werd (en dat zegt al veel, voor de mensen die mij kennen...)
Tot ik achter mij iets hoorde hoppen; bleek het een boskonijn te zijn. Niks te lange oren en een schattig staartje. Het boskonijn in Suriname heeft geen staart en al helemaal geen oren. Enkel een grote bolle oranje rug.
Iets verderop toonde hij mij ook nog 2 slingerapen die het blijkbaar niet konden appreciëren dat we naar hen zaten te loeren en ons daarom met awarra's (plaatselijke vrucht) bekogelden. Snel wegvluchten was dus de boodschap. En die vlucht bracht ons bij prachtige kamikami's (trompetvogels). Het verhaal luidde dat een gids een gewonde trompetvogel van de Ireneval had meegebracht om op de Brownsberg te verzorgen. Na een week verliet de vogel zijn vast stekje om na twee weken met een hele troep terug te keren. Nu zitten ze er elke dag en kan je ze van heel dicht bekijken - echt prachtige vogels: helemaal zwart-grijs met een witte, bolle rug en een helderblauwe hals.

Toen Rudie en ik terugkeerden, bleken de andere ook terug te zijn van de (blijkbaar) prachtige Irenevallen. Met de een maag gevuld vol heerlijke bami met kouseband, kip, groentjes en watermeloen als dessert, vertrokken we rond 14.30 uur naar Paramaribo, om 's avonds nog een laatste hand aan onze lesvoorbereidingen voor de volgende dag te leggen.

Die maandag was extreem zwaar, omdat we om 6.15 uur alweer moesten vertrekken en wonder boven wonder ... het regende! Die dag zou ik net mijn computer meenemen naar school om in de les Frans Papaoutai te bespreken, maar vermits ik bang was dat mijn pc zo'n regen niet zou overleven, heb ik die les dan maar niet gegeven. We moeten hier flexibel zijn, dus Stromae zou pas voor volgende week zijn!

Dinsdag hadden we een vrije dag door Dag van de Revolutie, dat hier zwaar wordt gevierd. Wij zagen het eerder als extra uitrustdag - vandaar dat we vooral wat chillden op ons terrasje en in de hangmat. Uiteraard moesten er ook nog boodschappen worden gedaan... Samen met Anaïs en Joke vertrok ik door de regen naar de Tulip. Op de terugweg hadden we elk een bidon water op onze fiets vastgebonden en lomp zoals we zijn viel Anaïs' bidon midden in een grote plas van haar fiets. Ik begon in paniek te roepen en zette mijn fiets aan de kant om onze bidon te redden, maar te laat, er was al een auto over gereden. Gelukkig stopte de volgende auto en kon ik hem (vol deuken en modder) nog redden. Alle mensen op straat waren ons uiteraard (alweer) aan het uitlachen - soms vraag ik mij echt af wat ze van ons moeten denken... Na ons avontuur moest zo'n speciale dag moest toch op de een of andere manier gevierd worden en daarom gingen we 's avonds eten in De Waag - een overheerlijk Ristorante Italiano. Je betaalt er heel wat meer dan in andere restaurantjes (alles is er rond de SRD 50, maar eigenlijk is dat maar €12,5), maar het was echt heerlijk. Ik kan me niet meer herinneren dat ik zo van eten heb genoten hier (alles bestaat hier uit vettig of vettig Chinees). Een lekkere pasta met zeevruchten (eindelijk vis!) - puur genot!
Helaas was er van lang genieten niet veel sprake, vermits we de volgende dag opnieuw op 7.00 uur op school moesten staan. Daar bleek Stefanie ziek te zijn, waardoor ik alleen voor de klas kwam te staan - zonder voorbereiding of iets. Ze had de leerlingen iets leuks beloofd, dus werden het 3 uren taalspelletjes!

Donderdag werd dan weer minder gespeeld, hoewel ik met Carrousel en toneeltjes ook leuke dingen had voorbereid. Helaas konden de leerlingen Carrousel niet echt appreciëren (ik vermoed dat ik hen ineens te vrij heb gelaten - ze zijn het gewoon van te moeten luisteren en over te pennen, maar ineens moesten ze zelf actief iets doen). Jammer... Daardoor ging ook het hele doel van mijn les verloren, maar zo'n dingen gebeuren nu eenmaal als je iets probeert.
Een andere klas maakte er een zodanig zootje van dat lesgeven quasi onmogelijk was. Ik kon vriendelijk vragen stil te zijn, mij kwaad maken, hen wijzen op de gemaakte afspraken, dreigen met straf of nablijven,... niks hielp. Zelfs niet toen hun klassenlerares op den duur kwam kijken. Mijn mentor zei dat ze het al lang had opgegeven en dat ze op zo'n manier niet kon lesgeven, dus dat we maar gewoon weg moesten gaan. Echt raar om zomaar een klas achter te laten, wetende dat je ze eigenlijk nog een uur les moet geven. Ik was wel een beetje geschokt, ja...
Mijn nieuwe missie: leerlingen respect en beleefdheid bijbrengen, want dat is iets wat ze hier maar heel weinig kennen.

Gelukkig verliep van de rest van de dag wel vlotjes. Ik had nog het lijdend voorwerp (joepie, zinsontleding!) te gaan, dus ik vertrok met een bang hartje naar de klas en ... ik heb nog nooit leerlingen zo enthousiast gezien bij een les zinsontleding. Het was echt fantastisch!
Het fijne aan leraar zijn, is dat, zelfs al zit een klasje eens tegen, een andere, kort moment je hele dag weer goed kan maken, net zoals deze ene les.
Vrijdag hadden Anaïs en ik dan eindelijk een afspraak met onze begeleidster op het IOL die onze proefles zou komen examineren. Na een colaatje in Het Vat en veel te hebben gepraat met haar en haar zoon (die trouwens een fervente fan is van Franstalige muziek), konden we al voorbereiden voor volgende week, want dit weekend hadden we weer een heleboel gepland.

Het begon vrijdagavond al met een ware Poolparty in een poepchique hotel voor Kaats verjaardag. We namen de lift naar het penthouse waar je een zot uitzicht over Paramaribo city had. Een zwembad, lekker weertje, goede muziek en een drankje ... wat wil je nog meer? Het was er wel aan te zien dat het eigenlijk een beetje decadent was, want er waren enkel blanke stagiaires, maar kom, we hebben ons toch goed geamuseerd!

De volgende dag mochten we nog eens uitslapen - behalve ik. Het was namelijk jeugdactiviteit van de Harmonie en die wilde ik voor geen geld ter wereld missen... Elise had blijkbaar haar pc en een stickje met internet meegenomen naar het lokaal om mij daar op het tv-scherm aan te sluiten. Na een beetje miscommunicatie en wat geprobeersel konden we elkaar dan eindelijk zien en horen. Wat een fijn moment om iedereen daar te zien genieten en met mijn hoofd te zien lachen. Ik zag iedereen wel eventjes passeren voor de camera - de ene met een pintje in zijn handen (hmm... wat mis ik het Belgische bier!), de andere al wafels makend.
Liefste, liefste muzikanten (bij deze nogmaals een dankwoordje speciaal aan jullie), jullie zijn echt de meest fantastische vrienden ooit! You made my day! 

Na zo'n gelukzalig momentje kon mijn dag uiteraard niet meer stuk en dat werd 's avonds bewezen toen Alex overkwam en we een hele avond foute muziek lieten afspelen (en uiteraard luidkeels meezongen: "Fun! Fun! Fun! Doe de Funky monkey!", "Zeil je voor het eerst..." en "Maya de Bij" zijn enkele nummer uit ons repertoire). Toen ook Sharyfay er was, speelden we samen Circle of Death. We lachten ons dood met Kaats gerijm (rijm op tik = tak of rijm op cognac = con of neen, PATAT!) en nog meer met Sharyfah's "Maar ik ken helemaal geen paardje". Alex' lachje maakte het alleen maar erger. Het was zo gezellig dat we zelfs nog bij bar Zuid langsgingen om af te sluiten.
's Anderdaags moesten we daar opnieuw zijn, maar nu niet om eentje te drinken, maar om te helpen op het hamburgerfestival. 5 tentjes maakten lekkere hamburgers en op het einde van de dag werd dan beslist wie tot winnaar zou gekroond worden. Na een lange dag plongeuse te zijn geweest, moet ik toegeven heel blij te zijn geweest met mijn bedje.

Zoals beloofd krijgen jullie zondag de foto's bij deze blog en een nieuwe blog over de voorbije week.
Vanaf nu zal ik proberen elke week weer te schrijven - proberen en niks beloven (ja, ik leef al helemaal volgens Surinaams ritme ... NO SPANG!)


Liefs


Sibylle xxx

zaterdag 22 februari 2014

Een week vol school, Valentijn, dolfijnen en kaaimannen!

Liefste lezers

Ik weet dat ik jullie lange tijd in spanning heb laten wachten op mijn blog, maar hier is hij dan...
Het was de laatste (bijna) twee weken zo ontzettend druk en fijn; maar dat betekent ook dat ik extra veel te vertellen heb!
Om het iets minder zwaar te maken, zal deze blog enkel over de tweede week gaan.
Na onze tweedaagse trip naar Browsberg en het stuwdammeer krijgen jullie dan een uitgebreid verslag van de derde week en de trip!

Maar nu eerst terug naar een week geleden…
Allereerst over school. Ik kan jullie een ding vertellen: elke dag om 6 uur vertrekken gaat niet in je koude kleren zitten. Maar goed, het is het wel waard, want alles hier is even interessant.
Vorige week was nog een volle week intensief observeren (van 's ochtends tot 's middags). Vergeet wat wij drie jaar op de Ledeganck gezien hebben: actieve, inductieve, differentiërende lessen zijn hier een rariteit. Iedereen gelijk voor de wet en maar ex cathedra de leerlingen tekstje laten lezen en een oefeningetje laten maken.
Het onderwijs zit hier ook volledig anders in elkaar.

Voor Nederlands sta ik op een mulo-school, waar maar vier leerjaren zijn. De leeftijden zijn gemengd (het hangt dus van je resultaten af of je over mag of niet, dus zo kan het zijn dat je 15 bent en nog steeds in de tweede klas zit).
De directeur, onderdirecteur en alle leraren zijn heel erg vriendelijk (maar nog allemaal heel jong ook, eigenlijk).
Maandag kreeg ik van een leerling een uitnodiging voor een partybus op Valentijn, met de vraag of ik niet wilde komen. Een tijdje later, toen de lerares voor de zoveelste maal uit de klas verdwenen was om iets te gaan eten (ja, dat gebeurt hier om de haverklap), liet hij me trots zijn schrift met oefeningen zien, bladerde door naar de laatste pagina waar stond "Mevrouw, mag ik uw gsm-nummer voor een goede verstandhouding?". Nou, dat ging mooi niet door!
Op de vraag of ze hier nu de nieuwe spelling hanteren of niet, heb ik nog steeds geen eenduidig antwoord... Pyjama schrijven ze hier als piama (serieus, echt waar!) en van tussen -n hebben ze ook maar sporadisch gehoord (muizeval i.p.v. muizenval). Toen ik vroeg met welke spelling ze schreven was het antwoord: "Met de nieuwe" en ze toonden me trots het allernieuwste Groene Boekje, dat ook bij mij thuis in de kast staat te blinken. 't Jah, dan misschien toch met een andere invalshoek?
Toen ik aankondigde dat ik ondertussen voldoende (lees: twee volle weken) geobserveerd had en graag zelf les wilde geven, vielen ze helaas een beetje uit de lucht. Gelukkig zijn ze hier heel flexibel en was het na wat zoektochten in de leerboeken oké. Spannend, volgende week mijn eerste lesje over het vertelperspectief met alleen maar een bord (dat eigenlijk lijkt op een oude deur die men verticaal heeft gehangen en waar men gewoon een laagje groen heeft over geschilderd dat nu al helemaal aan het afblakeren is) en een krijtje (en gelukkig ook een bordenwisser - die al vol krijt zit) als wapen... Let's do this!

De lessen Frans verlopen hier ook behoorlijk vlot en gelijkaardig, al is het niveau wel wat lager dan in België. Mijn beide mentoren vallen ook heel goed mee ('t jah, Belgen onder elkaar zeker?). Stefanie is fantastisch en leidt Anaïs en mezelf eigenlijk een beetje rond op school (zie het als een persoonlijke gids). Ivo is een Antwerpenaar (do I have to say more: Entweerpen ies't sted in de rist ies perkieng)... Hij heeft nooit Frans gestuurd en heeft geen pedagogisch diploma - best wel interessant om zijn lessen te observeren dus. Qua aanpak doet hij het heel goed als newbie, al vind ik het als stagiair echt heel vervelend en zelfs gênant om fouten op het bord te moeten verbeteren (dat is toch mijn taak niet?); maar ik kan het echt niet over mijn hart laten gaan dat leerlingen zaken als "les étrangers pense" en "elle tiens" overnemen.
Moet ik het dan verbeteren of niet, was mijn vraag... Ik heb het dan maar heel subtiel aangepakt en gezegd dat wij het op school anders hebben geleerd...
Een accent aigu (´) wordt bij hem blijkbaar een accent grave (`) genoemd en ook bestaan er bij de type vragen blijkbaar 2 met inversion (1. intonation - akkoord. 2. inversion - akkoord. Maar 3. est-ce que met inversion - sorry, maar dat houdt grammaticaal geen steek!). 
De volgende dag, toen ik ging observeren, bestond er blijkbaar maar 1 vraag meer met inversion. Mission accomplished?! 


Vrijdag hebben we normaal alle vier vrij (leve het verlengde weekend), maar voor Valentijn moesten we toch wel een uitzondering maken! Wat de meesten onder ons als (sorry voor mijn taalgebruik) commerciële bullsh*t ervaren, wordt hier uitbundig gevierd.
Op het Atheneum worden de lesuren zelfs
met 5 minuten ingekort om een extra lange pauze te voorzien met allerlei festiviteiten. Er worden rozen uitgedeeld (van je secret lover), je kan lekkere cupcakes en snoepjes kopen,
leerlingen hadden de speelplaats versierd, een klas had een dansje voorbereid,... Je kan het zo gek niet bedenken! Er werd ook eten uitgedeeld (wrap, saoto (een soort pikante soep met ei, ui, kruiden en soja) en bami).
Men had ons gevraagd of we niet mee wilden komen helpen
koken. Uiteraard, zo'n kans laten we niet tweemaal schieten... Dus stonden Anaïs en ik allebei bij 30° boven de kookpotten sla of uien te snijden (wat heb ik geweend!). Iets voor de pauze kwamen de drie Antwerpse LO-stagiaires ons helpen met
wraps maken. Met hulp van Sweet (de leraar LO) maakten we werkelijk de beste wraps ooit, mmm…
Ietsje later kregen we vrij om zelf van de festiviteiten te genieten (en te smullen). Wauw, wat een dag!

Ondertussen zijn we zelfs al een beetje interne beroemdheden (of toch zeker goed ingeburgerd in het Atheneum). We staan zelfs met foto en functie vermeld op de schoolsite.

Benieuwd? Check http://www.aaha.sr.org/smartcms/default.asp?contentID=516 (ra…ra…ra… waar sta ik?)

Dat wat onze tweede schoolweek betrof. 
Vermits we tegen 14 u. toch allemaal thuis zijn, hebben altijd nog een volledige namiddag en avond vrij om Paramaribo te bezoeken (of dat is toch altijd het plan). In werkelijkheid zijn we zodanig uitgeput, dat het vechten is om een plaatsje in Sannes hangmat (we hebben er zelf namelijk nog geen gekocht). Ik weet niet wat er zo magisch is aan een hangmat, maar iedereen zou er een moeten kopen!
Onze week (na school) zag er dus eigenlijk behoorlijk hetzelfde uit: vertellen hoe het geweest was, in de hangtmat tukken, eten en slapen... Dinsdagavond gingen we echter naar Tims Bar Zuid. Echt een gezellige bar op nog geen 5 minuten fietsen en wat kregen we daar ...  echte bitterballetjes! Sinds al dat Chinees hier (je vindt ze echt op elke hoek van de straat - de ene al wat vriendelijker dan de andere - maar onze favo is toch echt happy face!) smaakte dat echt naar thuis ...mmm...(van Mora natuurlijk!).
Woensdag gingen de andere ladies voor het eerst naar de plaatselijke dansles. Met heel veel pijn in het hart heb ik beslist niet mee te gaan, zelfs niet om te kijken (de drang zou te moeilijk zijn om te weerstaan). Ik zal voor een keertje luisteren naar wat de dokter mij heeft opgedragen (niet dansen t.e.m. augustus - al zal ik sowieso een beetje moeten cheaten in juli voor het danskamp, maar shhht!).
Vrijdag had Tim voor ons een invite op een gemaskerd bal
geregeld. Na eerst een lekkere patat met mayo (lees: frietjes met mayonaise) en een van de heerlijkste hamburgers ter wereld (ik ben hier normaal echt niet voor te vinden, maar deze waren werkelijk niet normaal lekker!) te hebben verorberd, gingen we tegen 3 uur (ja, het nachtleven begint hier ontzettend laat!) op weg naar ... een gemaskerd bal waar maar 10 personen aanwezig waren. Dikke fail dus... Met onze fantastische trip de volgende dag in ons achterhoofd, vertrokken we dan maar richting thuis, zonder masker en zonder date.

De volgende dag mochten we gelukkig uitslapen, want we moesten pas om 13 uur in Leonsberg zijn. De weergoden waren ons niet goed gezind, want daar aangekomen, werden we verwelkomd door een stortregenbui. Dus nog voor we op de boot moesten stappen, waren we al doorweekt.
Gelukkig was er ook nog onze gids Kenny, die voor plaatselijke zon speelde.
Hij leidde ons het bootje op, op zoek naar dolfijnen.
Na een uur door woeste golven, regen en wind, hadden we nog altijd geen dolfijn gespot. Dan maar door naar fort Nieuw-Amsterdam. Wat een verschil met Paramaribo – rustig, geen auto’s, prachtige natuur,…
We kwamen in oude cellen, die nu waren ingericht tot museum. Vooral de tuin van het fort was prachtig: tropische vogels, bomen, bloemen,…


In een oud kerkje stond een tentoonstelling over de oude slavernij: erg hoe sommige mensen hier nu nog behandeld worden!

Onze rustige wandeling werd onderbroken omdat men had doorgekregen dat er dolfijnen waren gespot, niet ver van Nieuw-Amsterdam. Iedereen als de bliksem weer op de boot om toch maar een klein vinnetje te spotten. En jawel, twintig minuten later kwam het aan het wateroppervlak tevoorschijn. Met veel ge-oooh’s en ge-aaah’s spotten we er nog een paar alvorens verder te gaan naar de volgende plantage.
 

Dit was echt een klein dorpje, waar men vooral garnalen en
wol kweekte. Het zag er zo vredig en mooi uit (zelfs ondanks de regen). De gids vertelde ons dat er een 30 kilometer lange elektriciteitsdraad over de vlakte liep die geschonken was door Belgen (ja, dat maakte ons best wel een beetje trots). Na nog wat mooie landschappen, kwam het bootje ons aan de andere kant van het dorp halen waar we door een kleine inham terug de grote Commewijnerivier opvaarden. Van daaruit vaarden we verder naar het dorpje waar we de kaaimannen zouden vangen.




Ik kan niet beschrijven hoe zalig die boottocht was. Je zit helemaal vooraan, op een houten bootje van ongeveer 15 man, de wind in je haren, de golven tegen je kleren (ja, ik was zo goedgelovig om op het plaatsje te gaan zitten die de gids aanduidde als “hier word je zeker niet nat”… Yeah, right!), genietend van het regenwoud aan beide kanten van de rivier. Geen getoeter of geroep, enkel de motor van de boot, de golven en hier en daar soms een vogel. Af en toe zie je mooie, exotische vogels, of wilde papegaaien in de lucht (wist je trouwens dat die altijd per twee vliegen? – eens ze elkaar gevonden hebben, blijven ze voor eeuwig samen) of bomen voor eeuwig geworteld in het water. Een puur stukje natuur dat de mens (gelukkig!) nog niet heeft aangetast. Echt fantastisch!

In het kleine dorpje aangekomen, was het tijd voor ons avondmaal: bami of nasi (dat lijkt hier precies de enige maaltijd te zijn) met kip en heel veel groentjes (EINDELIJK!). Tomaten, komkommers, gefrituurde aardappelkorstjes, maar vooral de kousenbanden (iets wat lijkt op boontjes maar dan langer) gingen heel goed naar binnen.
Na een borgoe-colaatje (om onszelf wat moed in te drinken) en een goede smeerbeurt met Tropical Bush, konden we eindelijk op weg naar de kaaimannen.
Wie dacht dat het bootje waarmee we de hele dag al op wegwaren klein en benauwd was, had het duidelijk fout. Met maximum 7 in een bootje, waarvan je het gevoel had dat het zo kon omkantelen, vertrokken we met de bootsman richting kaaimannen.

Daar zit je dan in zo’n bootje… Het donker kruipt om je heen; je ziet niks voor je, niks achter je, niks naast je; je hoort alleen alles bewegen en je voelt de boot aan een razende snelheid vooruitgaan, je afvragend hoe de bootsman in godsnaam de weg weet. Net wanneer je je een beetje op je gemak voelt, roept hij “BUKKEN! BRUG!”. Met je hoofd tussen je knieën, voelt het nog benauwder aan dan voorheen. En wanneer je denkt dat je de brug gepasseerd bent en je weer wilt opkijken, voel je de boot enorm versnellen en zie je ineens een soort schans voor je (net zoals je op een achtbaan naar boven zou gaan). Jouw bonzend hart vervangt het geluid van de motor die de bootsman net heeft uitgezet, met de mededeling dat je moeten uitstappen en de boot over het brugje moeten slepen om daarna de zoektocht verder te zetten.
In iets wat een immense vijver lijkt (en waarvan je geen idee hebt hoe je er eigenlijk geraakt bent en nog een minder idee hoe je er weer zal uitraken), ga je op zoek naar kaaimannen. Hoge waterplanten ontwijken bestaat hier niet: je vaart er gewoon door. En daar zie je dan de blinkende oogjes van een kaaiman. Met een speciaal soort net en uiterste precisie vangt de bootsman een kaaiman, bindt zijn bek dicht en geeft hem door naar voren. En dan zitten vier van de zeven mensen op de boot men een kaaiman in hun handen op de terugweg (was ik toch eventjes opgelucht dat ik beide handen vrijhad om mezelf aan het bootje vast te houden). Terug aan het bruggetje kregen we uitgebreid de tijd om foto’s te nemen, alvorens de verschillende bootsmannen de bootjes hadden overgezet. Ook toen we terugwaren in het dorpje, werden de (arme) beestjes overstelpt met handen, kusjes, flitsen,…
Ik was blij voor hen dat we ze terug in hun natuurlijke habitat konden vrijlaten…
Met een lichaam vol adrenaline kropen we opnieuw (de grotere) boot op, op weg naar Paramaribo. Hoewel het pikkedonker was (en je geen steek kon zien op de Commewijnerivier) en het regende als het goot, was het op en top genieten! Echt onbeschrijfelijk!


Na zo’n fantastische dag verviel onze zondag een beetje in het niet naast lang slapen, lesvoorbereidingen maken en in de hangmat napraten over een fantastische dag!
Ik ben nu al benieuwd naar ons volgend tripje!

Tot schrijfs!

Sibylle x